“Een feestje hebben we niet gehad zondagavond”, blikte Aerts nog even terug. “We staan aan de vooravond van veel belangrijke crossen, tijd om te feesten is er nu niet. We hebben iets gegeten in het hotel, wat samen gezeten met de andere renners, gebabbeld over de wedstrijd en dat was toch ook wel genieten, maar laat is het niet geworden. Ik lag op tijd in bed”, lachte hij.
Maandagmiddag rond 15u30 was hij thuis in Rijkevorsel. “Stilaan begin ik toch te beseffen dat ik die trui nu heb en nog een jaar mag dragen. Zelf heb ik er niet mee geslapen, maar mijn vriendin droeg hem wel een nachtje, al moest ze hem halfweg uit doen, te warm”, grinnikte hij.
“Nu mag ik hem echt voor het eerst in een cross dragen. Dat is toch wel speciaal. Er zijn heel wat supporters afgereisd naar de Koppenberg en dat doet toch wel deugd. Ik zal de vele aanmoedigingen onderweg kunnen gebruiken, want ik vernam via mijn broer Thijs dat het nieuwe parcours echt wel lastig is.”
De ploeg deelde taart uit aan de camper bij de Koppenberg. “Zij verdienen vandaag zo’n stukje taart, ook de mecaniciens die heel wat werk voor ons doen. Ik ben blij dat ik hen iets kan teruggeven. Zelf neem ik er nog geen hapje van, want ik denk dat je op de Koppenberg beter niet te veel kilo’s meesleurt”, besloot Aerts.
Trotse ploegleider @CoachTFCT met zijn twee kampioenen @Quintenhermans en @ToAerts @TFLions pic.twitter.com/ljidHTf2OG
— Sven Nys (@sven_nys) 1 november 2016
