In het Belgische kamp is er met Wout van Aert één kopman. “Dat lijkt me vrij duidelijk”, zegt Toon vrijdag op een persmoment van de Belgen in Valkenburg. “Enkel Wout is ertoe in staat om Mathieu te kloppen en dat is het belangrijkste op een WK. We moeten hem daarbij als Belgische ploeg steunen.”
Welke tactiek valt in een veldrit dan te hanteren? “Het is vooral zaak om Mathieu niet meteen te laten wegrijden. Als Mathieu er een ‘bonk’ op geeft, moeten wij als Belgen proberen om dat gat zo klein mogelijk te houden. We mogen hem niet zomaar laten rijden. Voor de rest is een echt plan maken moeilijk hier. Het wordt wellicht een duel en daarna zijn er veel kanshebbers op een medaille. Ik hoop erop. Ik vind hier een parcours dat me ligt en ik heb al een paar keer op het podium gestaan in de Wereldbeker het voorbije seizoen, dus ik zou op het WK ook graag op het podium staan.”
In het voorbije seizoen probeerde Toon een paar keer om het snelle tempo van de twee tenoren te volgen, soms wel, een andere keer niet met succes. Zal hij nu snel starten, met het risico dat hij zichzelf opblaast en zijn WK op niets uitdraait? Of kiest hij voor een rustige start om daarna zijn eigen wedstrijd te rijden? “Ik ga toch proberen om hen te volgen”, klinkt het.
“Kijk, op een WK zullen ze wellicht nog iets sneller rijden in de eerste ronde dan op andere crossen, maar als ik er over nadenk, is het mijn beste optie om hen proberen te volgen. Andere renners gaan zich ook opblazen wellicht, ik misschien ook. Dat weet je niet, maar ik ga niet van het traditionele recept afstappen met het risico dat ik dan in de achtergrond verzeil en door fouten van anderen niet kan opschuiven. Neen, ik probeer te volgen en dan zien wel wel waar ik eindig. Hopelijk op het podium.”
